Een prima reis, tot 20km voor Taupo. Een stotterende auto. Bij de eerste afslag zette ik ‘m langs de kant. Nog 40 minuten tot de registratie sloot. Heel wat onvriendelijke woorden passeerde mijn gedachte. De Nieuw Zeelandse ANWB gebeld met Andy Duncan als alter ego. “Just to check sir, what is your date of birth?” “07-02-1954.” Ik had m’n eigen vader kunnen zijn. “Is it the BMW sir?” “No, it’s not.” “Is it the Jaguar?” “No, I sold that one ages ago.” “What car is it than?” “It’s my Nissan March…” Na nog wat meer details moest ik mij toch even identificeren als de monteur arriveerde. “No problem.” Eigenlijk wel, want ik ben Andy niet, en heb ook zijn rijbewijs niet bij me. Maargoed, welke automonteur vraagt er nou naar een identiteitsbewijs?
Juist, geen enkele. Na 45 minuten, toen ik net lekker in mijn boek zat, arriveerde de monteur. Na wat simpele checks bleek er een doorgebrand draadje te zijn waardoor de accu tijdens het rijden niet werd opgeladen. Daardoor stopte na verloop van tijd de motor ermee. Na 15 minuten kon ik weer verder naar Taupo. Kon me nog net registreren en mijn fiets in het rek hangen. Startnummer 10, witte badmuts: ik was ingedeeld in de categorie Elite. Stoer hoor!
Behalve dit hele dat ik auto pech had, en me nog maar net op tijd kon registreren was er afgelopen week wel meer op het randje. De nieuw bestelde zadelklem voor mijn zadel kwam donderdag eind van de middag binnen, en mijn wetsuit werd vrijdagochtend bezorgd. Nog maar net op tijd. Toch wel een beetje stress gehad of ik uberhaupt wel kon starten of niet.
Goed, na de registratie een klein stukje voorbij Taupo gereden en mijn tent opgezet op een stuk land van de buren van de Duncan’s. Relaxt hoor, mooi plekje aan het meer maar weinig beschutting en die wind… Een hele missie: in m’n ééntje met windkracht 4 een tent met een kapotte stok opzetten. Toch gelukt en redelijk op tijd naar bed gegaan. Niet heel best geslapen, was lawaaierig ’s nachts. Klapperende tent delen, een luidruchtig meer. Na niet zo’n hele goede nacht ging om 04.30 de wekker.
Ontbeten, naar Taupo gereden, banden pompen, ketting smeren, juiste versnelling opzoeken, schoenen op de fiets, voeding op de fiets, loopschoenen klaarzetten, inlopen, wetsuit aan, naar de start en samen met een handje vol andere witte badmutsen kreeg ik extra ruimte voor aan bij de startlijn in het water. Stoer hoor!
06.30: volkslied, pang! Koers! Een vlak stukje zwemmen zat er helaas niet in vandaag, redelijk wat gedrang en een ‘choppy’ meer. Na 27:47 klom ik als 18e op de kant en begon ik aan T1. Een flink stuk lopen, ongeveer 800 meter. Daar al heel veel mensen ingehaald en op de fiets vormde 2 anderen en ik al snel een groepje van 3. We werkte op een goede manier samen om bij de 3 atleten een paar 100 meter voor ons te komen. Ging langzaam, maar we kwamen dichterbij. Wel had ik het koud. Koude voeten, benen en armen. Ook ahd ik weinig behoefte om mijn voeding te nemen. Toch maar naar binnen geforceerd en gelukkig geen maag klachten.
Na iets meer dan een uur voelde ik iets veren in mijn achterwiel. Met elke pedaalslag ging ik iets omhoog, en weer naar beneden. Weer allemaal woorden in mijn hoofd met voornamelijk een negatieve lading. Dit weerhield mijn achterband er niet van zachtjes leeg te lopen. Fiets af, wiel eruit, band eruit, buitenband checken, niks… Nieuwe binnenband erin, wind erin, en pang, koers! Ging erg soepel als zeg ik het zelf. Echter, niet voor lang. Een paar km verderop hetzelfde verhaal. Op dat moment dacht ik dat ik de buitenband niet goed gecheckt had op potentiële lek-makers, of zat er misschien iets niet goed? Of heb ik gewoon heel veel pech? In ieder geval stond ik weer langs de kant, met dit maal extreem onaardige gedachten over de gehele gang van zaken en het meest vervelende: geen reserve spullen meer. Na een 10tal minuten kwam de materiaal wagen. De kop van het veld was inmiddels al het keerpunt gepasseerd, en waren op hun plek terug. Ik reed op de 6-7-8e plek! Ik heb ook wel pech hoor!
Materiaalwagen dus. Wiel eruit, binnenband eruit, buitenband gecheckt. Weer niks. Zegt de dude van de materiaalwagen: “Uhm, bummer. I don’t have any tubes with long valves.” “What about valve extentions?” “Nope…” “What about another wheel?” “Nope…” “What about a patchkit?” “Nope…” Een heel hoop onvriendelijke gedachten, maar geen oplossing. Vervolgens alles weer in elkaar gezet, band opgepompt en met een leeglopende achterband nog 3km naar het keerpunt gefietst. Daar rondgevraagd naar plakspullen maar niemand had iets. Wel was er een groepje supporters met de trainingswielen van hun atleet die op racewielen reed. “We can lend you the wheel?” Oplossing gevonden! “Yes, please!” Wiel gewisseld en ik kon mijn weg terug naar Taupo vervolgen. Wel fietste ik inmiddels tussen de gezette 50-ers en het moraal was er goed uit. Eerste stuk even goed doorgekoerst om het weer warm te krijgen maar het toen wat rustiger aan gedaan.
In de wisselzone kreeg ik nog een 15 seconde stand down omdat mijn 1e stap van de fiets net aan de verkeerde kant van de witte lijn was. Nou ging ik in vergelijking tot de andere atleten op dat moment ook wel erg hard de wisselzone in, en dat zijn ze niet zo gewend rond de 150e positie in het veld. Maakte opzich ook niet zoveel uit want i.p.v. de halve marathon op mijn wedstrijdschoenen te lopen had ik al besloten mijn sokken en trainingsschoenen aan te trekken. Die moest ik nog wel eerst uit mijn tas halen, en mijn tas stond tussen alle andere tassen aan de andere kant van de wisselzone.
Lopen ging erg lekker, ik kon de 90 kilometer wel voelen en had het toch niet zo rustig aan gedaan als ik in eerste instantie dacht. De wind maakte het ook lastig, en vlak was het ook niet. Ik finishte net onder de 5uur: 4:57:58 met een 14e halve marathon tijd van 1:27:39. Blij dat ik kon finishen, maar toch redelijk teleurgesteld spoelde ik me af in het meer, bestelde fish & chips en trok mij terug in mijn tent met een boek.