Het begon het nog wat grijze / grauwe Invercargill met de wind mee gegroeide bomen. Na een uurtje waren het glooiende groene heuvels die fel afstaken tegen de strak blauwe lucht. Weer een paar uurtjes later verschenen de witte sneeuw toppen van de Southern Alps aan de horizon. Langzaam kwamen deze gigantische bergen dichterbij. Weer later reden we langs de azuur blauwe zee met palmbomen en langgerekte, witte stranden met palmbomen. We eindigden op de Canterbury Plains, min of meer vlakke polder.
Op zondag kwamen we aan in de Backpackers Ramblers Rest, hier verblijven veel andere backpackers die een baantje hebben op één van de vele boerderijen of in de ‘frozen veggies’ fabrieken. Lekker rustig dus. Voor € 12,50 per nacht hadden Bo en ik onze eigen kamer. Keuken en badkamer gedeeld. Winkels op 5 minuten lopen, gratis internet in de bibliotheek en een hoop tijd om bij te komen van de Tour of Southland en voor te bereiden voor de Southland half Ironman.
Na 5 dagen relaxen en trainen op het parcours en de prachtige river trails kwam Grant (waar we eerder al verbleven en wat werkten) ons ’s ochtends ophalen. Om 07:30 zette ik de van Vinnie geleende road bike in T1. 08:00 wurmde ik me in m’n gloed nieuwe 2XU V2. Geen goed plan: een nieuw wetsuit is super stroef en moet ingezwommen worden.
Om 08:30 vertrokken we in het 16 graden warme Lake Hood voor de 1.9 km. Eerste 100 mtr ging goed. Vervolgens moest ik de snelste zwemmer laten gaan, de eerste groep kon ik niet bijhouden en zelfs de enkele losse zwemmers na de 1e groep kon ik niet houden. M’n armen waren stram en zwaar. Nieuw wetsuit icm. 1x zwemmen in 2 weken… Als 8e kwam ik uit het water na 27 minuten.
Was blij dat ik de fiets op mocht, 90 km. Hier had ik wel vertrouwen in alhoewel een te kleine, oude racefiets met opzetstuur natuurlijk niet te vergelijken is met de SpeedConcept 9.9. Met een andere atleet legde ik de 90 km af, mijn tactisch plan was duidelijk: op legale afstand de man met Cancellara benen en materiaal volgen en toeslaan in de eerste 10.5 km van het lopen.
Aan de trapfrequentie van de Cancellara kon ik al zien dat het geen loper was. En zo ook niet zou worden. Allemaal mentaal in mijn voordeel natuurlijk. Want je gaat wel nadenken als je met een lage hartslag zo iemand volgt: had ik maar meer gezwommen, wat als ik m’n eigen fiets had, waarom doet m’n knie nog pijn, waarom heb ik niet meer gelopen dan 10 km per week…
De eerste atleet had inmiddels al 3 minuten voorsprong en ik besloot me te concentreren op een 2e plek. Inmiddels weet ik dat ik ook kan vertrouwen op een snelle wissel dus ruim voor de nr 3 was ik op het loopparcours. Had nog wel ruzie met m’n loopschoen: er zat nog een tubetje zonnebrand in. Amateur…
De eerste 5 km ging hard, het parcours was niet makkelijk: veel gravel met flinke stenen. Op een heen en weer stuk zag ik dat ik al bijna een minuut te pakken had. Bleef door lopen tot aan 15 km. Toen had ik 3 minuten. Daarna deed ik het iets rustiger aan. Voelde blaren aan beide voeten (nieuwe schoenen…) en m’n knie zeurde ook een beetje. Maar de 2e plek was veilig. Was blij toen ik over de finish kwam na 4:07:02.
Voor de prijsuitreiking even de auto van Grant geleend en snel gedoucht thuis en spullen ingepakt. Morgen om 06:00 krijgen we van Grant een lift naar Christchurch Airport. Hier halen we een camper op om die terug te brengen naar Auckland. We hebben ook wel geluk hoor: voor $1,- per dag hebben we een 4 persoons high top camper. Branstof en veerpont naar het noorder eiland wordt voor betaald! 5 dagen later moeten we deze inleveren op het vliegveld in Auckland. Dus dat wordt in 5 dagen 1200 km rijden en een beetje het land bekijken. Vreselijk!
Bij de prijsuitreiking werd ik nog positief verrast: een compleet sportvoedingpakket, $250,-, een handdoek en een tros bananen! PANG!