Ouch, dat was pijnlijk. Dat was de zwaarste wedstrijd uit mijn hele triathloncariére. Heb eigenlijk weinig zin om wat te schrijven, maar hier toch even een verhaaltje. Afgelopen week wat aanloop problemen gehad. Na vakantie in Waihi Beach een infectie aan m’n longen: ik bleef maar groen spul ophoesten. En tijdens een laatste ritje op de fiets schoof ik onderuit op een stuk gravel.
Donderdag hier in Wanaka aangekomen. Exact 1 jaar nadat ik me hier bij de Duncan’s voegde. Dat was de start van een jaar met op dat moment niet voor te stellen avonturen. De dagen voor de race in Auckland was ik redelijk zenuwachtig, of zenuwachtig… Misschien is bang het juiste woord. De watertemperatuur, het zware fietsparcours, het loopparcours met 75% onverhard en een heel gedeelte single track trial running. Een makkelijke dag zou het nooit worden.
Vorig jaar nam ik deel aan de 1/2e triathon als zwemmer van een team. Dit jaar kon ik bij de fietser verblijven, Roger en z’n vrouw en dochter. Ontzettend gastvrij en heerlijk om een plekje voor mezelf te hebben zonder me druk te hoeven maken over een goede nachtrust.
Goed, raceochtend. Na een jaar rondreizen en verschillende refiills was dit keer de carbocake van Maxim echt op. Dus yoghurt en muesli als ontbijt. Het weer was niet echt goed. Binnen hoorde ik de wind om het huis gieren. Naar T1, banden pompen, wetsuit aan, en om 06.30 klonk het startschot.
Wat een golven, van die smerige korte, ijselmeer achtige omstandigheden. Ik was goed weg, en sloot aan bij enkele pro’s die 10 meter voorsprong hadden. De eerste 100 meter ging prima, tot ik niet meer kon ademen. Heb ik wel longen? Enkele tellen later deed een smerige pijn me beseffen dat ze nog wel degelijk aanwezig waren. Ik bleef maar hoesten, en elke keer weer de smaak van dik, groen slijm. Bah bah! Bij elke keer lucht happen deed ik ook een heel hoop water op. Gelukkig kan ik met zwemmen aan 2 kanten ademenen, maar dat maakt hier helemaal niks uit. Water overal, en golven vanuit allerlei verschillende richtingen. Ritme? Ho maar. Op een gegeven moment werd het me toch wat te veel, een ontspannen moment was er niet bij. Ik was niet misselijk, maar op een of andere manier ging ik compleet over m’n nek. Elke keer uitademen voelde en proefde ik de stukjes in mijn neus, lekker lekker lekker!
Na 1:02:39 stond ik op de kant. Volgens mij mijn slechtste zwemonderdeel ooit. Met ontzettende maagpijn ging ik de fiets op. Het ging voor geen meter! Kon niet normaal ademen en ontzettende maagkrampen. De eerste verzorgingspost was op 23km. Daar stapte ik na 45minuten van m’n fiets. Dit ging niet langer. Ik ging in de berm liggen en kreeg een dekentje om me warm te houden. Na precies 1uur stapte ik de fiets weer op, en voelde me stukken beter. De inhaal race kon beginnen.
De wind was gigantisch, takken op de weg, de gravel werd van de onverharde wegen geblazen alsof er een grote truck overheen reed en zelfs de afzetting pillonnen lagen verspreid over de weg. Vanaf km 50 tot aan 110 de wind in de rug. Mijn snelste 10km klokte ik rond 13 minuten over het grove asvalt en het heuvelachtige parcours. 46.2 gemiddeld. Na 110km draaide het parcours tegen de wind in, windkracht 7 / 8 in je gezicht. 2u30 lang met snelheden tussen de 15 en 19 kilometer per uur is frustrerend. Niet alleen lichamelijk (je krijgt geen moment rust, want je valt om als je niet trapt), maar ook mentaal.
Uiteraard had ik tijd verloren in het eerst uur, maar een fietstijd van 6:06:28 is toch echt mijn ding niet. Ik betrapte mezelf er tijdens het fietsen zelfs op te denken dat het allemaal voorbij was na 180 kilometer, dat het zwaarste gedeelte erop zou zitten. Maar er moest nog wel even een marathon gelopen worden. En wat voor één…
Eenmaal in T2 was ik blij van de fiets te zijn, de eerste kilometers lopen voelde erg goed. Ik vloog over het parcours, behalve dan tegen de wind in, dan werd je in je zweefmoment letterlijk achteruit geblazen. Eerst halve marathon in 1:35:27. Beetje te hard misschien? Na 22 km verzuide een verzorgingspost me de juiste voeding te geven. Aan mij de keus: stoppen, en voeding nemen, of doorgaan? Ik koos voor doorgaan. Foute beslissing. Wat is deze stenen constructie midden op het parcours? Ow, een muur. Ik liep er vol tegenaan. Met moeite bereikte ik de volgende verzorgingspost en nam de tijd goed te eten en drinken. Daarna kon ik geleidelijk mijn tempo weer oppakken en de laatste kilometers ging het weer als vanouds. De finish voelde als een verlossing, 2e halve marathon van 1:45:26 en een overall marathon tijd van 3:20:53, de 13e tijd overall. Daar ben ik dan wel weer content mee.
Uiteindelijk 19e overall en 3e in mijn age-group. Eindtijd: 10:39:45. In mijn vorige post tipte ik Jamie Whyte als winnaar, en ik had gelijk, met een eindtijd van 9:03:53 behaalde hij zijn eerste grote overwinning als pro. Bij de vrouwen was Belinda Granger als eerste terug in Wanaka, en tijdens haar speech bij de prijsuitreiking vanmorgen zei ze dat van al haar 43 races over de Ironman distance dit de aller, aller zwaarste was.
Voor mij wordt hier weer een hoofdstuk afgesloten. Mijn 5e finish in een hele triathlon. Trainen houd ik nu even voor gezien. Op dit moment ben ik in Wanaka, zonder plan, met mijn fiets met wielen waarmee ik niet kan touren, terug naar de Duncan’s is ook niet echt een optie, heb daar al zoveel tijd doorgebracht. Wat ik wel ga doen weet ik op dit moment niet. Eerst herstellen en dan kijken wat er op mijn pad komt.