Gehaald! Maar ik ben onderweg wel 100x gestorven. Een tijd van 12:11:37 is niet echt iets om over naar huis te schrijven, ik voelde de heette adem van Sister Madonna Buder al in m’n nek hijgen toen Mike Reilly me voor de 2e keer toeschreeuwde: You are an Ironman!!
Echt geniaal: de maan stond nog aan de hemel terwijl de Amerikaanse mariniers met rooksporen vanuit de baai in het water landde. De zon kwam op over de berg, en alle blauwe en roze badmutsen werden duidelijk zichtbaar in het water. Het kanon ging vlak naast mijn oren af, waardoor ik de eerste honderd meter piepend af moest leggen. Welke debiel start er dan ook naast een kanon… Zwemmen ging goed, af en toe wat klappen, maar dat krijg je als je vooraan start.
Wissel fietsen – lopen was wat hectisch. Erg druk in de omkleed tent, en toen ik daar met m’n tasje achterin de tent een plek zocht dacht een van de vrijwilligers dat ik al klaar was, dus trok de tas uit m’n handen en gooide ‘m op een hoop bij alle andere rode tassen… Stond ik daar in m’n speedsuit en zwembril. Gelukkig was m’n tas snel weer terecht en kon ik vrij vlot aan het fietsen beginnen.
Eerste 100 km waren prima, richting Hawi geen wind, en ik had de eer om tot aan Hawi met Ken Glah te fietsen. Omhoog naar Hawi wat wind tegen, maar dat is altijd zo. Van Hawi naar beneden had ik het gevoel dat ik vloog: m’n tellertje gaf snelheden aan van ruim boven 60 km per uur. Daarna werd het echter een ander verhaal. Het begon te waaien, en uiteraard recht van voren. Nog 70 km wind tegen…
Daniel zou me na ongeveer 60 km voorbij komen, maar dat werden er 170. We praatte even met elkaar en ik reed aan zijn buitenkant. Bij de Amerikaanse wedstrijd officials heet dit schijnbaar ‘blocking’. Dus ik kreeg een rode kaart te zien: 4 minuten in de strafbox. Ik heb het maar genomen zoals het was, discussie voeren heeft weinig zin in dit soort situaties. Na het fietsen 4 minuten in een tentje met een stopwatch om m’n nek. Daarna snel schoenen aan, zonnebrand op, petje op, en weg!
5 Mijlen lang liep ik rond de 7 minuten en 7 minuten 30. Prima op schema om onder 10 uur te finishen, kon de maraton zelfs in 3.40 lopen. Maar toen ging het fout. Ik werd duizelig en begon wat te trillen. Cola wilde niet naar binnen: m’n keel brandde als een gek toen ik dat probeerde te drinken. Gels gingen wel, maar bleven in mijn maag zitten, en werden niet verteerd. Na 5 mijlen was het gedaan met hardlopen, en kon dus nog 21 mijl (ongeveer 34 km) wandelen. Tussendoor wel stukjes geprobeerd te joggen, maar dit lukte niet echt. Helemaal in het begin had ik het zwaar. Ik zwalkte over de weg, en elke keer als ik een medische official zag deed ik alsof alles ok was. Na het energy lab werd er ook soep geserveerd. Dit ging wel goed, en kon zo de laatste paar km weer wat lopen.
Uiteindelijk heb ik de finish volledig op eigen krachten bereikt, en daar ben ik blij om, en trots op. Aan de andere kant had het ook op een andere manier gekunt, maar misschien moet ik volgend jaar nog maar eens terug komen om dit te bewijzen. Nu eerst andere dingen doen, en ff geen triathlon. Heerlijk!