Op vrijdag 31 juli verliet ik Auckland op de fiets, met een hoop bagage. De eerste etappe was naar Waihi Beach, 170 kilometer. De eerste lange rit in mijn voorbereiding op de Ironman Hawaii. Waihi Beach is het aan zee gelegen gedeelte van het dorp Waihi, en ligt in het meest zuidelijke gedeelte van de Coromandel. Waihi wordt getekend door een gat van honderden meters diep in het centrum van het dorp, hier wordt dagelijks nog steeds goud opgegraven. Ik verbleef aan zee, in het zomerverblijf van de Duncan’s, lees ook ‘het verschil tussen slakken en ijsjes’.
Eerder al nam ik deel aan de Anaconda Adventure Race in Waihi en was dus redelijk bekend met de omgeving. Zaterdag liep ik 90 minuten hard, de bergpas over naar Orakawa Bay, een baai die alleen te voet of per boot bereikbaar is. Super mooie uitzichten over zee, Waihi Beach, de goudmijn en Orakawa Bay. 90 minuten hardlopen de dag voor een wedstrijd is natuurlijk niet echt een goede voorbereiding, maar het was zo fantastisch mooi dat ik het niet kon laten. Daarna nog 2 uurtjes uitgefietst, al met al toch nog een flink dagje trainen!
Zondagochtend in het parc fermé zette ik mijn geleende roadbike zonder opzet stuur in de rekken toen mijn oog viel op een blits tijdrit kader met bijpassende Zipp wielen en een druppelhelm. Ik had niet eens de moeite genomen om mijn banden op te pompen, en daar had ik nu wel spijt van. Om 09.15 gingen ruim 30 deelnemers van start op de lange afstand: 8-20-4 en later nog eens ruim 60 over de korte afstand 4-10-2.
Ik startte uiteraard op de lange afstand en moest geforceerd hard lopen om de eigenaar van de sjiek ogende tweewieler bij te houden. Ik had een afspraak met mezelf gemaakt: samen het PF in, en dan zien we wel weer verder. Zo gezegd, zo gedaan: na 8 km onverhard met een aantal pittige bergjes stormde we getweeën het PF in.
Ik had een snellere wissel en een voorsprong van 50 meter. Het parcours was een rondje van 5 km, geaccentueerd met 1 echte heuvel die je pijn kon doen. Volle bak ging ik van start om het later wat rustiger aan te doen. Ik reed rondjes rond de 9 minuten. M’n concurrent zag ik tot mijn eigen verbazing niet meer terug en kon onbedreigd nog 4 km uitlopen! Na de finish leek hij het zelf ook niet echt te bevatten, hij was duidelijk wat geïrriteerd en droop snel af.
Al met al een mooie wedstrijd, en met een goed gevoel fietste ik nog 90 minuten uit. ’s Avonds trakteerde ik mezelf op fish & chips en een lekker biertje in de pub. Ik was duidelijk content de toch wel lange trainingsweek (26 uur) op deze manier af te sluiten.