Donderdag is het de bedoeling dat we om 04.00 weg varen. Gavin maakt me wakker en we lichten anker. Als ik het logboek, koers en positie bijwerk, en de tijd noteer zie ik op de klok dat het 02:50 is. Lica snapt het niet zo goed tot Gavin z’n telefoon checkt: die loopt 1u30 voor… De wekker ging om 02.30 en om 02:50 voeren we de Atata baai uit. We hebben ook wel pech hoor!
De wind sterkt wat aan, tegen de 20 knopen, met vol tuig en 1 motor lopen we tegen de 8 / 8.5 knopen richting de Ha’apai eilanden groep van Tonga. Tegen 05:30 ga ik weer wat slapen tot ik om 08:00 bruut wakker word omdat mijn voeten nat worden… Natte voeten in bed is nooit best, en helemaal niet op een boot. Vanuit de boeg komt er water over het luik mijn bed inzetten, ik open het luik en dit is tot aan de rand gevuld met zout water… Foute boel! Gelukkig niets heel ernstigs: er is een raampje open blijven staan, op het moment niks aan te doen en we proberen het water dat over het luik heen komt te stoppen en op te vangen.
Een van de meest zuidelijke eilanden is Kelefesia met een verraderlijke entree met koraal, riffen en stromingen van alle kanten. Tegen 10:00 komen we aan en ankeren we voor de kust van een eiland dat volgens diverse reisgidsen volledig overeenkomt met de definitie van paradijs. Wit strand, azuur blauwe zee, palmbomen, kokosnoten… Ik geloof dat ik een beetje in herhaling val omdat ik dit al eens eerder neergeschreven heb, maar dit is nog mooier. Rotsen op het strand en uitzicht over een ondiepe zandbaai maken het plaatje helemaal compleet.
Als eerst halen we alle natte zooi uit het stuurboord vooronder, we hozen het water (met plastic bekertjes) en maken alles schoon met zoet water en sop. Wat een missie… Als dat voorbij is snorkelen we wat, niet heel bijzonder vergeleken met wat ik inmiddels gewend ben maar dat mag geen standaard zijn. Toch wel weer mooi. Daarna gaan we aan land, maken we een wandeling en bezoeken we het lokale dorp (2 huizen van golfplaten). Er wonen 4 mensen op dit eiland, we doen een poging tot communiceren met de chief en mijn in Afrika opgedane communicatie technieken en tactieken komen goed van pas. De beste man spreek namelijk geen woord Engels, en dan nog is het lastig praten met 2 tanden in je mond…
Vanzelfsprekend leeft men hier van vis. Maar gemeentepils drinken ze hier niet: te lastig om regen op te vangen en teveel gedoe om water te laten overkomen. Ze drinken kokosmelk, kokosnoten in overvloed. We doen een bakkie mee en met een mand vol kokosnoten en citroenen gaan we weer richting de boot.